Willem Ruis - 4 augustus 2011

Dinsdagdagochtend 5 augustus 1986. 

Ik ben in Keulen. Net 't Maritim-hotel verlaten en via 't  

Hauptbahnhof voor een ochtendkrantje, op weg naar 't 

WDR studiocomplex 'An der Rechtschule".  

Heerlijke dag, zonnetje schijnt. 

Over de Domplatz loop ik naar de internationale kranten- 

kiosk in het station. Als ik de Telegraaf pak, zie ik tot mijn 

grote schrik dat Willem een dag eerder overleden is. 

Veel onverwachter kan een schok niet zijn.

In 1982 was ik voor de WDR begonnen aan een serie shows 

onder de titel TeleZirkus. Opgestart als een familieshow op 

de zaterdagmiddag, ontwikkelde het programma zich al snel 

tot de ARD zaterdagavondshow. Circus was een verbindend  

element ('t programma kwam uit de grote tent van  

Williams-Althoff ) maar 't programma bood naast  

spectaculaire circus-acts ook comedy, spelletjes, live-stunts  

met stad en publiek plus internationale vedetten als, Dalida, 

Nana Mouskouri, Barry Gibb, Ivan Rebroff,  

Caterina Valente, kortom van alles met naam en faam uit  

die tijd. Hans Peters, producer bij de Vara, circusgek en vader 

van  twee zoons die adembenemende strapatsen uithaalden in

en op het dodenrad, kwam ik met enige regelmaat tegen bij de  

buffetwagen van Williams-Althoff. 

De was op zoek naar een nieuw concept voor Willem

Hans had er wel één: TeleZirkus! 

Willem zag er niet veel in. Hans belde mij en vroeg of ik 

videobanden had, waarmee hij mogelijk Willem zou kunnen  

overtuigen. 

Ik bezorgde hem een paar VCR videotapes en daarmee lukte 

't om Willem enthousiast te krijgen voor ' 't Grootste 

elektronische circus ter Wereld'.  

Willem hield wel van woorden die eigenlijk niks zeggen, 

maar wel heel veel suggereren. 

't Is het toverzout van de Showbusiness. 

Peters belde me, zei dat Willem om was, 't nu helemaal zag  

zitten in een tent en 't heel erg op prijs zou stellen als ik 't  

programma zou willen regisseren. 

We checkten de data waarna bleek, dat ik maar tijd had  

voor twee afleveringen. Leek mij verstandiger om met één 

regisseur de hele serie te doen.  

Dat vond Willem niet. 

Hij wilde graag eens met mij werken en vond twee beter dan 

niks. 

Ik vond 't ook wel een prikkelend idee om eens met hem te  

werken. Een autonome Pietje Bel, die erin geslaagd was de  

quizmaster van het formaat condoom op te blazen tot de  

showmaster van het formaat Zeppelin.  

In mijn rondje over vernieuwende televisie in de  'De Wereld  

Draait Door' , heb ik 't als volgt geformuleerd:

Vernieuwende televisie is in mijn definitie televisie

die verrast en emotioneel overrompeld. Een voortzetting van wat er al is vanuit een andere invalshoek, vorm of toon. Dorus, maakte van Variété televisie.  

Zonder Tom Manders geen Rudy Carrell.  

Amusement, gericht op lachen, ontroeren en paaien  

van een paar mensen in de huiskamer.  

Vernieuwend was de toon van Willem Ruis .  

Hij doorbrak het keurige formuleren, het aaien en likken. Hij was aardig, pissig en nam geen blad voor de mond.

Zonder Willem geen Paul de Leeuw .  

Paul heeft katten, jennen en beledigen tot nieuw credo  

gewekt. Zonder Paul geen Gordon en Jolink. De  

uiteen gevallen toppers die de grens van wansmaak,  

grofgebektheid en onderbroeken lol nog een stukje  

hebben opgerekt.  

Vanavond de vernieuwer van de toon,  Willem Ruis

(volgde een fragment uit de Sterrenshow. Note: B)

In het eerste seizoen van de Sterrenshow heb ik er dus twee 

geregisseerd. Eén in Den Bosch en één naar ik meen in  

Emmen. 'k Herinner me daarvan dat 't steenkoud was en 

Carnaval. Samenwerking met Willem was leuk, wederzijds  

inspirerend. Veel hoefde en kon ik aan de eerste serie niet  

bijdragen. 

De programma's waren goed voorbereid, Marc Jansen was  

een uitstekend georganiseerde uitvoerend producent. Hub  

Berkers zorgde, als altijd voor een mooie showaankleding. 

Leo Busscher maakte prachtige, provocerende, aan alle  

kanten stralende showcostuums, leuke gasten, kortom een  

goed geoliede showmachine

Na de eerste aflevering die ik had geregisseerd, vroeg Willem 

of ik zin en tijd had om de volgende serie helemaal te doen. 

Dat leek me heel leuk en 't was ook passend te maken  

binnen mijn agenda.

        De voorbereiding: 

        Ter voorbereiding van het nieuwe seizoen reisden Willem,  

        Hub Berkers, Marc Jansen en ik naar New York en vandaar  

        door naar  Las Vegas en  Los Angeles . 

        In New York kwam Willem alleen van zijn hotelkamer af, 

        om een musical te gaan zien of om iets te eten. De overige  

        tijd zat hij met een notitieblokje te kijken of de Amerikaanse  

        televisie inspiratie bood waarmee hij zijn programma kon  

        smukken. Willem kon zijn inspiratie soms wel eens heel 

        dicht tegen het origineel aan laten leunen, maar voor zover  

        ik heb meegemaakt, vond hij in de omzetting van een idee  

        altijd wel z'n eigen creatieve identiteit als maatstaf.  

        Hij behoort in mijn ogen niet, tot de creatief gehandicapte  

        parasieten die trots zijn op de mantra: 'Beter goed gejat dan  

        slecht bedacht'. Het is een zin die behoort tot het prerogatief  

        van lapzwansen en zwakbegaafden om openhartig en luid te  

        verkondigen dat ze trots zijn op hun criminele brainframe.

        In  Vegas werd Willem steeds meer het kind in de Candy 

        store. Wij allemaal trouwens, maar Willem's ogen, houding 

        en taal zaten samengepakt in het jongetje met blosjes.  

        't Ventje, zoals hij die in zijn 'dromen' in de 'Willem Ruis Lotto  

        Show', soms in een matrozenpakje, zo aandoenlijk kon  

        neerzetten. 

        In het MGM GRAND zagen we Don Arden's "Jubilee '. 

        A Dazzling MGM Extra Vaganza. Met als ondertitel: 

        The Show of the Decade! Volgepakt met  The Minstrels,    

        Al Jolson, The Ziegfeld Follies, The Bandwagon,  

        The Titanic en om 't publiek nog even flink te prikkelen,  

        scheerden er tot slot vliegtuigen over ons hoofd. 

        Bij Siegfried & Roy begon de show met de verdwijning van  

        het voordoek. Een doek, groot genoeg om Christo nat van  

        te laten dromen, verdween binnen enkele seconden door een  

        gaatje in de vloer met de afmeting van een vingerhoed.  

        Althans zo ervoeren wij dat. 

        Fabelachtig! 

        In Caesars Palace zat Willem ook weer als een kind zo  

        gelukkig te genieten van Liberace. Een wat corpulente  

        eigenzinnige, autonome dragqueen, vals als een adder,  

        slijmend als kwijl, jankend om z'n moeder en dat in de  

        entourage van opgeschuimde kitsch met zoete, populair  

        klassieke pianomuziekjes die onderweg onder de toverstafjes 

        van zijn vingers, veranderden in popdeuntjes.  

        Gouden kandelaar op de met ornamenten en reflecterend glas  

        verrijkte vleugel, kroonluchters overal en portret van mamma  

        onder handbereik. 

        Z'n te dikke lijf gehuld in fantastische kathedralen van  

        kitsch. Kostuums om bij te janken van schoonheid.  

        Heerlijk!

        Natuurlijk strekten we ook wel eens onze hand uit naar de  

        éénarmige bandiet of kochten een briefje voor de doorlopende 

        bingo-trekkingen. Daar tussendoor werd de aandacht dan  

        weer opgeëist door aankondigingen op groot formaat beeld-  

        schermen voor de paardenraces. 

        De Vara was nog op zoek naar een sponsor voor de show en 

        daar in Vegas kreeg Willem, kijkend naar de races in het  

        stralende, rammelende en reutelende gokpaleis 't toch wel  

        redelijk verrassende idee, om de Totalisator als sponsor  

        binnen te halen. 

        Dat is nog gelukt ook, met als consequentie dat we tijdens de 

       Sterrenshow twee keer een onderbreking hadden voor een 

        live-schakeling naar een paardenrace. 

        Maar daarover later meer.

        Behalve dat Willem de presentator, de Showmeester 

        en de Speelmeester was, was hij ook het uithangbord, 

        het fundament, de bedenker en de schrijver van de show.  

        Solisten met die talenten en dat soort kwaliteiten, zijn in  

        televisieland een uitzondering. Tom Manders (Dorus) was er 

        een en Rudy Carrell maar verder zou ik 't niet weten. 

        Na Willem probeerde wel een enkele koekenbakker met  

        ernstige zelfoverschatting in het gat te springen dat  

        Willem had nagelaten, maar dat is niemand gelukt.  

        Wel ontstond er een speelveld voor Paul de Leeuw, die de  

        Pietje Bel toon van Willem nog een stukje oprekte, maar al  

        snel met zijn tomeloze energie en creativiteit bedenker en  

        epicentrum werd van zijn eigen universum. 

        De show 

        Het principe van de  Sterrenshow draaide om het realiseren  

        van dromen van 'gewone' mensen. Nou was dat niet meer  

        dan een handvat, maar wel één waar grote zorg en aandacht  

        aan werd besteed. 

        Kandidaten konden zich bij de Vara melden. Brieven werden 

        gezeefd en wat niet het soortelijk gewicht had van een  

        baksteen, werd uitgenodigd voor een auditie. De dromen van  

        de kandidaten waren over het algemeen niet erg origineel of  

        schokkend.  

        De kunst was om vanuit een klein idee of matig talentje een  

        shownummer te creëren dat door aankleding, repetitie en  

        begeleiding, de omvang van 't idee of talentje ver oversteeg. 

        Zo kon 't gebeuren dat een wat te dikke, maar leuke vrouw  

        die zich had aangemeld met een idee waar uiteindelijk toch  

        te weinig 'Spielraum' in zat, werd aangepraat dat ze altijd al  

        gedroomd had om te mogen tapdansen in een chorusline.  

        Dat kwam ons goed uit, omdat we heel graag een tapdance  

        nummer wilden doen met de  Roly Poly's . Een groep  

        overjarige, veel te dikke maar onstuitbaar enthousiaste  

        Engelse revue-girls.  

        Bij de audities draaide het om twee criteria. De potentie van  

        de droomwens en het inschatten van de amusementswaarde  

        van de deelnemers.  

        Willem was daar goed in.  

        Hij zag vrijwel meteen of iemand een kandidaat was waar 

        emotie aan vastzat of niet. Andersom gebeurde ook wel, dat 

        het idee of het talent prikkelde om er iets mee te doen, maar 

        de personality van de kandidaat er niet bepaald van  

        afspatte. Dan werd de oplossing gezocht in een prikkelende 

        gastrol van een nationale of internationale beroemdheid. Ik  

        denk aan  Mike Burstyn als  Barnum . Hij assisteerde een  

        schattig meisje op een draad met een parasolletje. Ze kon  

        het wel, maar door de zenuwen kukelde ze er voortdurend  

        vanaf. Het werd een ontroerende tearjerker. Teveel emoties  

        voor een zakdoek.  

        Ik denk aan  Jeroen Krabbé als lachende suikerjonker op  

        een bruidstaart.  

        Ik zie  Sonja Barend in een Cleopatra-setting heel mooi zijn,  

        maar wel met lichte paniek in haar ogen voor een naderend  

        muzikaal duetje. 

        Kandidaten waren altijd met z'n tweeën. Meestal één als de 

        artiest en de ander als steun, toeverlaat en morele 'yesman'.

        In de aanloop naar de uitzendingen, ontstond tussen Willem  

        en mij een intensief contact.  

        Minstens 1 keer, maar meestal wel een keer of drie, vier per  

        dag belde hij. Bij voorkeur 's avonds laat. 

        Ik houd daar van. Die bezetenheid en betrokkenheid, ja  

        fixatie op het beter, op 't nog mooier, op 't nog spannender,  

        op 't nog verrassender, is zeer aan mij besteed. Vaak ging ik  

        dan 's avonds ook nog even bij hem langs. 

        Vele avonden, meestal in 't bijzijn van Marc Jansen,  

        hebben we tot diep in de nacht in zijn bungalow in Laren,  

        ideeën gewisseld, nieuwe bedacht, weggesmeten en weer  

        andere verzonnen. 

        Intussen had  Hub Berkers aan het decor van het eerste  

        seizoen een aantal aanpassingen gemaakt, waarvan de  

        meest spectaculaire een passerelle was die op een hoogte  

        van een meter of 7 de twee buitenste pistes (van de 3) met 

        elkaar verbond.  

        Het was de tijd dat de eerste camera op afstand bediend kon 

        worden en Adriaan, een knappe grip-operator, in Nederhorst  

        den Berg uit de mecanodoos voor volwassenen de eerste  

        echte camerakraan had gebouwd. 

        Dat bood totaal nieuwe vormgevingsperspectieven. In  

        samenspraak met Ruud Stienen, mijn eerste cameraman  

        stelde de NOB twee cameramensen beschikbaar om met de  

        nieuwe remote-apparatuur te gaan oefenen. 

        Een tent kent zo zijn eigen problemen. Na 4 jaar met Franz 

        Althoff  en zijn circus te hebben rondgetrokken wist ik dat 

        wel. Nou zijn problemen allen maar interessant als creatief  

        denkkader voor oplossingen. Eind 60er jaren kreeg ik de  

        boekjes van Edward de Bono onder ogen. Sindsdien  weet  

        ik dat problemen je enorm veel plezier en voldoening  

        verschaffen als je ze oplost. Het is ook een vorm van  

        mindset. Als iemand van de crew, geluidman, cameraman,  

        belichter etc. roept ''k heb een probleem', dan denk ik altijd: 

        'joh, waarom los je 't niet op'!, want achteraf blijkt er altijd 

        een oplossing te zijn en ik zou me niet prettig voelen als ik 

        zelf geen moeite had gedaan om die te vinden. 

        In dit geval was het probleem dat de beperkte ruimte in de  

        tent het changeren met de kraan onmogelijk maakte. Dat 

        irriteerde mij omdat het rendement van deze geweldige  

        nieuwe extentie beperkt bleef tot een horizontale en verticale  

        beweging. 

        De camera kon voor- en achteruit rijden, maar niet dwars. 

        Dat beviel me niet. Ik zocht naar een oplossing en vond die  

        tenslotte in het uitbreiden van de rail, met een wissel. 

        Daarmee kon ik een kruis leggen en de camera zowel voor- 

        als achteruit en via de wissel ook dwars laten rijden. 

        Om die gebouwd te krijgen had heel wat voeten in de aarde. 

        Uiteindelijk is het gelukt en ik zag tot mijn plezier, toen ik  

        later nog eens in Nederhorst op bezoek was, dat de wissel  

        als een soort kunstwerk aan de muur was gehangen. 

        Dat was mooi. Daar in die circustent is op vele manieren  

        geschiedenis geschreven.

        De uitzendingen 

        Terwijl wij toewerkten naar de eerste uitzending van het 

        nieuwe seizoen was er bij de Vara van alles aan de hand. 

        De Vereniging Arbeiders Radio Amateurs stond aan de 

        rand van een faillissement. Dat bleef niet zonder gevolgen. 

        Medewerkers in vaste dienst die in ons team zaten, werden 

        nerveus en vreesden voor hun baan. 

        Willem werd verzekerd dat er aan het budget voor de  

       Sterrenshow niet getornd zou worden.  

        Met die geruststelling werkten we verder aan de uitzending 

        van de eerste show, die gepland was naast de paardenren- 

        baan in Hilversum. 

        Vandaar zouden tent en programma naar Utrecht reizen en  

        vervolgens kriskras het land door.         

        Tijdens de repetities in de tent was er bij de nodige Vara- 

        medewerkers die toch al niet al te fris en zelfverzekerd op 

        hun benen stonden, nogal was scepsis over de omvang en 

        haalbaarheid van het spektakel. 'k Kan me ook niet één  

        vrolijk en enthousiast gezicht herinneren van een Vara- 

        medewerker.

Terzijde:

Tekenend voor de sfeer bij de Vara destijds betreft de 

sollicitatie van mijn productie- en regieassistente bij de Sterrenshows, naar de vacante functie van producer. 

De Varaleiding liet haar weten  dat die job voor haar 

veel te hoog gegrepen was. Afgezien van de denigrerende

formulering van de afwijzing, sprak ook de angst mee 

voor het verlies van de eigen baan. Angst dat een getalenteerd

iemand de zwakte zou blootleggen van een krakkemikkige 

organisatie.

Mijn samenwerking met haar was voortreffelijk, maar de 

botte afwijzing zat haar natuurlijk wel dwars. Na afloop van

de serie vroeg Joop van den Ende haar om naar Aalsmeer te

komen waar ze als uitvoerend producent een van de pijlers

werd onder de Joop van den Ende producties. Nu is Karin

Meurs een topdog bij StageHolding.  

     

      De ˆSterrenshow’ zat volgepakt met shownummers verdeeld  

      over drie pistes.  

      Er was een vidiwall die aangestuurd moest worden.  

      Het was de eerste keer dat een kraan werd ingezet.  

      Voor 't eerst zaten ook twee cameramensen achter een  

      tafeltje op afstand een camera te bedienen.  

      Er liep een wisselwachter rond om de kraan naar  

      verschillende posities te manoeuvreren.  

      Er waren honderden medewerkers die op tijd naar hun plek  

      moesten worden gedirigeerd.  

      Tientallen dansers moesten de trappen op naar een hoogte  

      van zeven meter en via een passerelle, aan de andere kant  

      die trappen ook weer af.  

      Showgirls zakten op zitjes, hangend aan lieren op 'cue' uit 't  

      firmament van de tent.  

      Precies getimed met de paardenrennen, schakelden we voor  

      een race naar de renbaan en dat alles live. Hans Peters bekende   

      later dat bij de repetities zijn angstzweet te ruiken moet zijn 

      geweest. Hij kon niet geloven dat het spektakel als clockwork 

      in elkaar zou passen.  

      Maar dat gebeurde wel en na afloop was hij onbeschrijfelijk 

      lyrisch. Ontroerd bekende hij, dat 't het mooiste was wat hij 

      ooit gezien had.  

      Daar moet dan natuurlijk wel zijn betrokkenheid als  

      initiatiefnemer en als producer en tekstdichter van worden 

      afgetrokken. 

      Het in elkaar zetten van een eerste show is vanzelfsprekend  

      tijdrovender door het ontbreken van routines en  

      ervaringswaarden. Daarna is het zaak om zowel voor jezelf  

      als voor een crew uitdagingen in te bouwen, zodat  

      programma's die voor een deel routine zijn, niet  

      routinematig worden geproduceerd.  

      Als dat gebeurt, dan slipt de vitaliteit en het leven als  

      zuurstof uit het hart van een productie. 

      Binnen de Vara werd 't alsmaar onrustiger.  Han van Essen,  

      hoofd gevarieerde programma's zag de bui kennelijk al  

      hangen en was opgestapt. 

      Directeur Maurice Koopman werd als één van de  

      verantwoordelijken gezien voor het dreigende banca rotta 

      en moest vertrekken. 

      Na de eerste uitzending vanuit Hilversum, trok het circus  

      richting Utrecht voor de volgende show. 

      In de drie tussenliggende weken werden de berichten  

      alsmaar somberder. 

      Willem leed er onder. Logisch. Zijn kind werd bedreigd. Van  

      gesprekken met Vara-bestuurders werd hij niet gelukkig.  

      We moesten er maar vast ernstig rekening mee houden, dat  

      er op het budget gekort zou worden en dat het reizen met de  

      tent wel 's niet door zou kunnen gaan. 

      Willem, Marc Jansen en ik hielden regelmatig crisisberaad. 

      Wat als dit..? Hoe doen we als dat...?  

     Willem wilde er eigenlijk niks van weten. Hij was obstinaat,  

      recalcitrant. Hij had garanties gekregen en daar wilde hij de  

      omroep aan houden. 

      Voor de ingang van de Vara op de Heuvellaan, was een tank 

      gestopt. Toen 't deksel openging verscheen het hoofd van  

      Marcel van Dam. De sterke man, die als nieuwe voorzitter  

      verlosser en crisismanager was binnengehaald. 

      De ‘misschiens’ en ‘eventueels’ van wensdromen werden  

      vervangen door de rauwe werkelijkheid van budget-  

      beperkingen en het schrappen van het reisprogramma.  

      De tent werd opgebouwd in Utrecht en is er de nog volgende 

      afleveringen ook niet meer weggegaan. 

      Willem was kwaad. Z'n plezier was weg. Hij was nukkig. 

      De Vara had hem in zijn ogen bedrogen. Hij was ook niet  

      van plan om concessies te doen. 

      Jansen en ik probeerden de moed erin te houden. 

      Ik stelde voor om zelf iets te bedenken om de budgetcuts op  

      te vangen. 

      'Hoe dan'? 

      'Door zelf sponsoren te werven'. 

      'Hoe dan'? 

      In 1986 gingen Postgiro en RPS over in Postbank. Dat ging 

      gepaard met veel lawaai en getoeter in advertenties en  

      publicaties. Symbool van die overgang was een meer dan 

      manshoge kluis. 

      Ik stelde voor om een in eerste instantie afgewezen  

      kandidaat van midden 50, die zo graag opera, of operette 

      wilde zingen, alsnog in de show te halen en hem, in een 

      plexiglas kluis, 'If I were a richman' uit Anatevka te laten  

      zingen. 

      Op de bodem van de kluis geen vloer, maar een rooster  

      waaronder een machtige ventilator het in de kluis kon laten  

      stormen. 

      Op het rooster zag ik in mijn fantasie een miljoen gulden 

      aan kleine coupures liggen. 

      Als de ventilator aan zou gaan, zou de man letterlijk in een  

      wolk van een miljoen gulden staan. Hij zou een kostuum  

      dragen dat makkelijk door de stormachtige  

      wind en middelpunt vliedende krachten zou  

      worden meegesleurd, zodat hij in zijn blote kont met  

      aangepaste tekst vrolijk en gelukkig zou kunnen zingen: 

     'If I were a rich man'...  

      Ya ha deedle deedle, bubba bubba deedle deedle dum….. 

      Willem's fantasie schakelde meteen. 

      'Ja, en dan laten we zo'n gepantserde geldwagen, begeleid 

      door motoragenten de bühne oprijden en streng bewaakt 

      het geld in de kluis deponeren'. 

      Iedereen enthousiast. 

     Marc Jansen ging de haalbaarheid checken bij de mannen 

      achter de nieuwe Postbank

      Nou, die wilden wel. 

      Dat was een goed begin om alle voornemens en plannen van 

      de serie te redden. 

      Kort nadat Jansen de deal rond had, troffen we elkaar in de  

      tent voor de eerste repetitie in Utrecht.  

     Willem was er al en zat in z'n camper

      'Hij doet 't niet', zei Jansen. 

     'Wat niet'? 

      'Vraag 't m zelf!' 

      Willem zat sacherijnig en pissig in zijn camper. 

      'We doen 't niet. Geen deals met sponsoren. De Vara moet  

      gewoon de afspraken nakomen.' 

      Praten hielp niet. Onwrikbare wrok tegen de Vara  

      blokkeerde zijn flexibiliteit in denken en handelen.  

      Die is de hele serie gebleven. De euforie na de eerste 

      uitzending was helemaal verdwenen. De sfeer was letterlijk  

      ijzig. Buiten vroor het en in de tent was het koud. Soms 

      helemaal geen verwarming. Soms een beetje. Geen klimaat 

      voor veel vrolijkheid.  

      Tijdens uitzendingen kon hij de verleiding niet weerstaan  

      om wat cynische opmerkingen richting de Vara te maken. 

      Z'n ogen die z'n boyish charmante leuke Pietje Bellige 

      authenticiteit karakteriseerden, lachten niet meer. 

      Het plezier in het performen was er uit verdwenen. 

      Hij deed de shows wel en in de huiskamer zal dat niet 

      direct waarneembaar zijn geweest, maar subliminaal werkte 

      het door. 

      Ik heb 'm wel eens gezegd dat zijn richting in de diepte lag, 

      naar het publiek en niet in de breedte stootjes uitdelen die 

      voor 't publiek onbegrijpelijk waren en tegenover de  

      verantwoordelijken bij de Vara ineffectief. Het deed er niet 

      toe. De telefoontjes tussen hem en mij werden minder  

      frequent. Op de wekelijkse vergaderingen bij de Vara kwam  

      hij regelmatig te laat en soms helemaal niet. Als hij zich al  

      excuseerde dan met een kutsmoes, zodat vooral duidelijk  

      werd dat hij de Vara niet meer serieus nam. 

      Dat de consequentie van die houding was, dat hij het team 

      ook niet meer serieus nam deerde hem niet merkbaar. 

      De vaste crew in de tent, de dansers en andere  

      medewerkers, hielden zich afzijdig. Er werd veel over de 

      show gepraat en geschreven en voor iedereen die er aan mee 

      mocht werken, was dat op zich al een feest en belevenis. 

      Men genoot van nieuw ontstane tradities zoals het gezamenlijk 

      smullen van Bossche bollen op een eerste repetitiedag. 

      Willem liet zich zo weinig mogelijk op de vloer zien. 

      Als hij zelf niet betrokken was bij een repetitie, trok hij 

      zich terug in z'n camper. Vaak met Jansen in z'n buurt.

        Het slot 

        Zo tegen het einde van de serie, word ik op een namiddag 

        opgebeld door Jansen.  

        Hij klinkt serieus, verontrust en praat heel zachtjes: 

        'Bob, ik ben bij Willem, zou je ook hierheen willen komen?' 

        'Wat is er?' 

        'Ken jij  La Valse van Ravel' ? 

        'Ja, dat ken ik wel'. 

        'Willem heeft daarop een nieuw productienummer bedacht  

        en 't lijkt me goed als jij daar ook even naar kijkt.'  

        Een productienummer op La Valse van Ravel in een show- 

        programma? 

        Sommige dingen kunnen niet. Je laat geen uitgehongerde 

        haai los in een vol zwembad. Je leest geen boeken van  

        Kluun, je maakt geen productienummer op La Valse

        Bezaaid met Strauss-citaten ontwikkelt zich een muzikale  

        ineenstorting. Muziek waarin de wals beestachtig wordt  

        gemarteld en verkracht.  An der schönen blauen Donau,  

        wordt in een kolk van muzikale gruwel vermalen tot  

        Apocalyps. Eén, twee, drie, één twee drie wordt bij Ravel het  

        ritme van de Totentanz , de Danse Macabre

        In Laren hing geen vrolijke sfeer. 

        Willem's enthousiasme dat mij bijna altijd aanstekelijk  

        meesleepte naar het heilige vuur van willen, moeten en 

        kunnen, zag er onecht uit. 

        Ik vroeg 'm waarom 'ie uitgerekend op La Valse een  

        productienummer wilde doen. 

        Hij vertelde dat 'm dat was aangereikt in een visioen.  

        In een droom had hij gedetailleerd gezien hoe het moest  

        worden en ook op welke muziek.  

        Op het productieterrein in Utrecht stond dicht bij de tent  

        een hoge torenflat. In zijn droom stond Willem op het dak 

        van die flat en kon hij op magische wijze door het tentdoek  

        kijken en zien wat er op de 3 pistes gebeurde. 

        Op de linkerbühne zag hij wolken van vrolijkheid. Er werd 

        gedanst, gemusiceerd en gefeest. Op de rechterbühne  

        groeven, in zwart geklede doodgravers een graf voor een  

        reus.  

        Op de middenbühne liep een blinde man op stelten

        Als die zich bewoog in de richting van de vrolijkheid  

        moedigde Willem hem vanaf het dak luid en enthousiast  

        aan. 

        Maar de man op stelten zwalkte, kon geen richting houden 

        en bewoog zich dan weer in de richting van de doodgravers. 

        Willem schreeuwde vanaf het dak de longen uit zijn lijf. 

        "Niet doen! NIET DOEN!' 

        Maar de man op stelten hoorde hem niet en liep zijn noodlot  

        tegemoet. Hij viel in het graf en werd door de doodgravers,  

        snel toegedekt met zand en aarde.  

        Het was gruwelijk en verdrietig.  

        Op de linkerbühne trok men zich er niets van aan. Daar 

        was plezier en danste, musiceerde en feestte men gewoon door. 

        Willem keek me met verwachtingsvolle ogen aan. 

       'En...?' 

        't Bleef even stil. 

       'Prachtig Willem'! 

        'Schitterend! Een waanzinnige scène voor een film van  

        Fellini, maar totaal ongeschikt voor een luchtig amusement- 

        programma. 't Publiek zal totaal in verwarring raken, geen 

        idee hebben waar 't om gaat en het nummer zal z'n doel  

        totaal voorbij schieten. Dit moeten we niet doen'! 

        'Ja, dat zei ik ook al', zei Marc Jansen. 

        In Willem's perceptie snapten wij er ook al niks meer van. 

        Het visioen, de droom. Dat had een reden, dit moest  

        gemaakt worden. 

        Ik zag een evangelist met een sacrale boodschap wanhopig 

        proberen zijn naasten te overtuigen van zijn geloof. 

        Willem kon sowieso moeilijk omgaan met kritiek. Dat  

        maakte 't evalueren van de show en van zijn performances 

        lastig en wat Willem betreft ongewenst. 

        We hielden voet bij stuk en het productienummer is er niet 

        gekomen.

Toen ik daar in Keulen op het Hauptbahnhof het bericht las  

en de eerste schok een beetje had verwerkt, zag ik allerlei 

mooie en dierbare herinneringen en...dacht ik ook terug aan  

de confrontatie met zijn droom: 

Willem de ziener die van bovenaf zag hoe alles in het  

honderd liep. Zijn artistieke alter ego die blind op stelten  

boven iedereen uittorende maar voor zichzelf geen richting  

meer vond tussen het feest van de showman en de val in het  

graf van zijn wrok en teleurstellingen.  

Willem had in het visioen zijn eigen dood gezien. 

Bob Rooyens

4 augustus 2011