Ik ben in Keulen. Net 't Maritim-hotel verlaten en via 't
Hauptbahnhof voor een ochtendkrantje, op weg naar 't
WDR studiocomplex 'An der Rechtschule".
Heerlijke dag, zonnetje schijnt.
Over de Domplatz loop ik naar de internationale kranten-
kiosk in het station. Als ik de Telegraaf pak, zie ik tot mijn
grote schrik dat Willem een dag eerder overleden is.
Veel onverwachter kan een schok niet zijn.
In 1982 was ik voor de WDR begonnen aan een serie shows
onder de titel TeleZirkus. Opgestart als een familieshow op
de zaterdagmiddag, ontwikkelde het programma zich al snel
tot de ARD zaterdagavondshow. Circus was een verbindend
element ('t programma kwam uit de grote tent van
Williams-Althoff ) maar 't programma bood naast
spectaculaire circus-acts ook comedy, spelletjes, live-stunts
met stad en publiek plus internationale vedetten als, Dalida,
Nana Mouskouri, Barry Gibb, Ivan Rebroff,
Caterina Valente, kortom van alles met naam en faam uit
die tijd. Hans Peters,producer bij de Vara, circusgek en vader
van twee zoons die adembenemende strapatsen uithaalden in
en op het dodenrad, kwam ik met enige regelmaat tegen bij de
buffetwagen van Williams-Althoff.
De was op zoek naar een nieuw concept voor Willem.
Hans had er wel één: TeleZirkus!
Willem zag er niet veel in. Hans belde mij en vroeg of ik
videobanden had, waarmee hij mogelijk Willem zou kunnen
overtuigen.
Ik bezorgde hem een paar VCR videotapes en daarmee lukte
't om Willem enthousiast te krijgen voor ' 't Grootste
elektronische circus ter Wereld'.
Willem hield wel van woorden die eigenlijk niks zeggen,
maar wel heel veel suggereren.
't Is het toverzout van de Showbusiness.
Peters belde me, zei dat Willem om was, 't nu helemaal zag
zitten in een tent en 't heel erg op prijs zou stellen als ik 't
programma zou willen regisseren.
We checkten de data waarna bleek, dat ik maar tijd had
voor twee afleveringen. Leek mij verstandiger om met één
regisseur de hele serie te doen.
Dat vond Willem niet.
Hij wilde graag eens met mij werken en vond twee beter dan
niks.
Ik vond 't ook wel een prikkelend idee om eens met hem te
werken. Een autonome Pietje Bel, die erin geslaagd was de
quizmaster van het formaat condoom op te blazen tot de
showmaster van het formaat Zeppelin.
In mijn rondje over vernieuwende televisie in de 'De Wereld
Draait Door' , heb ik 't als volgt geformuleerd:
Vernieuwende televisie is in mijn definitie televisie
die verrast en emotioneel overrompeld. Een voortzetting van wat er al is vanuit een andere invalshoek, vorm of toon. Dorus, maakte van Variété televisie.
Zonder Tom Manders geen Rudy Carrell.
Amusement, gericht op lachen, ontroeren en paaien
van een paar mensen in de huiskamer.
Vernieuwend was de toon van Willem Ruis .
Hij doorbrak het keurige formuleren, het aaien en likken. Hij was aardig, pissig en nam geen blad voor de mond.
Zonder Willem geen Paul de Leeuw .
Paul heeft katten, jennen en beledigen tot nieuw credo
gewekt. Zonder Paul geen Gordon en Jolink. De
uiteen gevallen toppers die de grens van wansmaak,
grofgebektheid en onderbroeken lol nog een stukje
hebben opgerekt.
Vanavond de vernieuwer van de toon, Willem Ruis .
(volgde een fragment uit de Sterrenshow. Note: B)
In het eerste seizoen van de Sterrenshow heb ik er dus twee
geregisseerd. Eén in Den Bosch en één naar ik meen in
Emmen. 'k Herinner me daarvan dat 't steenkoud was en
Carnaval. Samenwerking met Willem was leuk, wederzijds
inspirerend. Veel hoefde en kon ik aan de eerste serie niet
bijdragen.
De programma's waren goed voorbereid, Marc Jansen was
een uitstekend georganiseerde uitvoerend producent. Hub
Berkers zorgde, als altijd voor een mooie showaankleding.
Leo Busscher maakte prachtige, provocerende, aan alle
kanten stralende showcostuums, leuke gasten, kortom een
goed geoliede showmachine.
Na de eerste aflevering die ik had geregisseerd, vroeg Willem
of ik zin en tijd had om de volgende serie helemaal te doen.
Dat leek me heel leuk en 't was ook passend te maken
binnen mijn agenda.
De voorbereiding:
Ter voorbereiding van het nieuwe seizoen reisden Willem,
Hub Berkers, Marc Jansen en ik naar New York en vandaar
door naar Las Vegas en Los Angeles .
In New York kwam Willem alleen van zijn hotelkamer af,
om een musical te gaan zien of om iets te eten. De overige
tijd zat hij met een notitieblokje te kijken of de Amerikaanse
televisie inspiratie bood waarmee hij zijn programma kon
smukken. Willem kon zijn inspiratie soms wel eens heel
dicht tegen het origineel aan laten leunen, maar voor zover
ik heb meegemaakt, vond hij in de omzetting van een idee
altijd wel z'n eigen creatieve identiteit als maatstaf.
Hij behoort in mijn ogen niet, tot de creatief gehandicapte
parasieten die trots zijn op de mantra: 'Beter goed gejat dan
slecht bedacht'. Het is een zin die behoort tot het prerogatief
van lapzwansen en zwakbegaafden om openhartig en luid te
verkondigen dat ze trots zijn op hun criminele brainframe.
In Vegas werd Willem steeds meer het kind in de Candy
store. Wij allemaal trouwens, maar Willem's ogen, houding
en taal zaten samengepakt in het jongetje met blosjes.
't Ventje, zoals hij die in zijn 'dromen' in de 'Willem Ruis Lotto
Show', soms in een matrozenpakje, zo aandoenlijk kon
neerzetten.
In het MGM GRAND zagen we Don Arden's "Jubilee '.
A Dazzling MGM Extra Vaganza. Met als ondertitel:
The Show of the Decade! Volgepakt met The Minstrels,
Al Jolson, The Ziegfeld Follies, The Bandwagon,
The Titanic en om 't publiek nog even flink te prikkelen,
scheerden er tot slot vliegtuigen over ons hoofd.
Bij Siegfried & Roy begon de show met de verdwijning van
het voordoek. Een doek, groot genoeg om Christo nat van
te laten dromen, verdween binnen enkele seconden door een
gaatje in de vloer met de afmeting van een vingerhoed.
Althans zo ervoeren wij dat.
Fabelachtig!
In Caesars Palace zat Willem ook weer als een kind zo
gelukkig te genieten van Liberace. Een wat corpulente
eigenzinnige, autonome dragqueen, vals als een adder,
slijmend als kwijl, jankend om z'n moeder en dat in de
entourage van opgeschuimde kitsch met zoete, populair
klassieke pianomuziekjes die onderweg onder de toverstafjes
van zijn vingers, veranderden in popdeuntjes.
Gouden kandelaar op de met ornamenten en reflecterend glas
verrijkte vleugel, kroonluchters overal en portret van mamma
onder handbereik.
Z'n te dikke lijf gehuld in fantastische kathedralen van
kitsch. Kostuums om bij te janken van schoonheid.
Heerlijk!
Natuurlijk strekten we ook wel eens onze hand uit naar de
éénarmige bandiet of kochten een briefje voor de doorlopende
bingo-trekkingen. Daar tussendoor werd de aandacht dan
weer opgeëist door aankondigingen op groot formaat beeld-
schermen voor de paardenraces.
De Vara was nog op zoek naar een sponsor voor de show en
daar in Vegas kreeg Willem, kijkend naar de races in het
stralende, rammelende en reutelende gokpaleis 't toch wel
redelijk verrassende idee, om de Totalisator als sponsor
binnen te halen.
Dat is nog gelukt ook, met als consequentie dat we tijdens de
Sterrenshow twee keer een onderbreking hadden voor een
live-schakeling naar een paardenrace.
Maar daarover later meer.
Behalve dat Willem de presentator, de Showmeester
en de Speelmeester was, was hij ook het uithangbord,
het fundament, de bedenker en de schrijver van de show.
Solisten met die talenten en dat soort kwaliteiten, zijn in
televisieland een uitzondering. Tom Manders (Dorus) was er
een en Rudy Carrell maar verder zou ik 't niet weten.
Na Willem probeerde wel een enkele koekenbakker met
ernstige zelfoverschatting in het gat te springen dat
Willem had nagelaten, maar dat is niemand gelukt.
Wel ontstond er een speelveld voor Paul de Leeuw, die de
Pietje Bel toon van Willem nog een stukje oprekte, maar al
snel met zijn tomeloze energie en creativiteit bedenker en
epicentrum werd van zijn eigen universum.
De show
Het principe van de Sterrenshow draaide om het realiseren
van dromen van 'gewone' mensen. Nou was dat niet meer
dan een handvat, maar wel één waar grote zorg en aandacht
aan werd besteed.
Kandidaten konden zich bij de Vara melden. Brieven werden
gezeefd en wat niet het soortelijk gewicht had van een
baksteen, werd uitgenodigd voor een auditie. De dromen van
de kandidaten waren over het algemeen niet erg origineel of
schokkend.
De kunst was om vanuit een klein idee of matig talentje een
shownummer te creëren dat door aankleding, repetitie en
begeleiding, de omvang van 't idee of talentje ver oversteeg.
Zo kon 't gebeuren dat een wat te dikke, maar leuke vrouw
die zich had aangemeld met een idee waar uiteindelijk toch
te weinig 'Spielraum' in zat, werd aangepraat dat ze altijd al
gedroomd had om te mogen tapdansen in een chorusline.
Dat kwam ons goed uit, omdat we heel graag een tapdance
nummer wilden doen met de Roly Poly's . Een groep
overjarige, veel te dikke maar onstuitbaar enthousiaste
Engelse revue-girls.
Bij de audities draaide het om twee criteria. De potentie van
de droomwens en het inschatten van de amusementswaarde
van de deelnemers.
Willem was daar goed in.
Hij zag vrijwel meteen of iemand een kandidaat was waar
emotie aan vastzat of niet. Andersom gebeurde ook wel, dat
het idee of het talent prikkelde om er iets mee te doen, maar
de personality van de kandidaat er niet bepaald van
afspatte. Dan werd de oplossing gezocht in een prikkelende
gastrol van een nationale of internationale beroemdheid. Ik
denk aan Mike Burstyn als Barnum . Hij assisteerde een
schattig meisje op een draad met een parasolletje. Ze kon
het wel, maar door de zenuwen kukelde ze er voortdurend
vanaf. Het werd een ontroerende tearjerker. Teveel emoties
voor een zakdoek.
Ik denk aan Jeroen Krabbé als lachende suikerjonker op
een bruidstaart.
Ik zie Sonja Barend in een Cleopatra-setting heel mooi zijn,
maar wel met lichte paniek in haar ogen voor een naderend
muzikaal duetje.
Kandidaten waren altijd met z'n tweeën. Meestal één als de
artiest en de ander als steun, toeverlaat en morele 'yesman'.
In de aanloop naar de uitzendingen, ontstond tussen Willem
en mij een intensief contact.
Minstens 1 keer, maar meestal wel een keer of drie, vier per
dag belde hij. Bij voorkeur 's avonds laat.
Ik houd daar van. Die bezetenheid en betrokkenheid, ja
fixatie op het beter, op 't nog mooier, op 't nog spannender,
op 't nog verrassender, is zeer aan mij besteed. Vaak ging ik
dan 's avonds ook nog even bij hem langs.
Vele avonden, meestal in 't bijzijn van Marc Jansen,
hebben we tot diep in de nacht in zijn bungalow in Laren,
ideeën gewisseld, nieuwe bedacht, weggesmeten en weer
andere verzonnen.
Intussen had Hub Berkers aan het decor van het eerste
seizoen een aantal aanpassingen gemaakt, waarvan de
meest spectaculaire een passerelle was die op een hoogte
van een meter of 7 de twee buitenste pistes (van de 3) met
elkaar verbond.
Het was de tijd dat de eerste camera op afstand bediend kon
worden en Adriaan, een knappe grip-operator, in Nederhorst
den Berg uit de mecanodoos voor volwassenen de eerste
echte camerakraan had gebouwd.
Dat bood totaal nieuwe vormgevingsperspectieven. In
samenspraak met Ruud Stienen, mijn eerste cameraman
stelde de NOB twee cameramensen beschikbaar om met de
nieuwe remote-apparatuur te gaan oefenen.
Een tent kent zo zijn eigen problemen. Na 4 jaar met Franz
Althoff en zijn circus te hebben rondgetrokken wist ik dat
wel. Nou zijn problemen allen maar interessant als creatief
denkkader voor oplossingen. Eind 60er jaren kreeg ik de
boekjes van Edward de Bono onder ogen. Sindsdien weet
ik dat problemen je enorm veel plezier en voldoening
verschaffen als je ze oplost. Het is ook een vorm van
mindset. Als iemand van de crew, geluidman, cameraman,
belichter etc. roept ''k heb een probleem', dan denk ik altijd:
'joh, waarom los je 't niet op'!, want achteraf blijkt er altijd
een oplossing te zijn en ik zou me niet prettig voelen als ik
zelf geen moeite had gedaan om die te vinden.
In dit geval was het probleem dat de beperkte ruimte in de
tent het changeren met de kraan onmogelijk maakte. Dat
irriteerde mij omdat het rendement van deze geweldige
nieuwe extentie beperkt bleef tot een horizontale en verticale
beweging.
De camera kon voor- en achteruit rijden, maar niet dwars.
Dat beviel me niet. Ik zocht naar een oplossing en vond die
tenslotte in het uitbreiden van de rail, met een wissel.
Daarmee kon ik een kruis leggen en de camera zowel voor-
als achteruit en via de wissel ook dwars laten rijden.
Om die gebouwd te krijgen had heel wat voeten in de aarde.
Uiteindelijk is het gelukt en ik zag tot mijn plezier, toen ik
later nog eens in Nederhorst op bezoek was, dat de wissel
als een soort kunstwerk aan de muur was gehangen.
Dat was mooi. Daar in die circustent is op vele manieren
geschiedenis geschreven.
De uitzendingen
Terwijl wij toewerkten naar de eerste uitzending van het
nieuwe seizoen was er bij de Vara van alles aan de hand.
De Vereniging Arbeiders Radio Amateurs stond aan de
rand van een faillissement. Dat bleef niet zonder gevolgen.
Medewerkers in vaste dienst die in ons team zaten, werden
nerveus en vreesden voor hun baan.
Willem werd verzekerd dat er aan het budget voor de
Sterrenshow niet getornd zou worden.
Met die geruststelling werkten we verder aan de uitzending
van de eerste show, die gepland was naast de paardenren-
baan in Hilversum.
Vandaar zouden tent en programma naar Utrecht reizen en
vervolgens kriskras het land door.
Tijdens de repetities in de tent was er bij de nodige Vara-
medewerkers die toch al niet al te fris en zelfverzekerd op
hun benen stonden, nogal was scepsis over de omvang en
haalbaarheid van het spektakel. 'k Kan me ook niet één
vrolijk en enthousiast gezicht herinneren van een Vara-
medewerker.
Terzijde:
Tekenend voor de sfeer bij de Vara destijds betreft de
sollicitatie van mijn productie- en regieassistente bij de Sterrenshows, naar de vacante functie van producer.
De Varaleiding liet haar weten dat die job voor haar
veel te hoog gegrepen was. Afgezien van de denigrerende
formulering van de afwijzing, sprak ook de angst mee
voor het verlies van de eigen baan. Angst dat een getalenteerd
iemand de zwakte zou blootleggen van een krakkemikkige
organisatie.
Mijn samenwerking met haar was voortreffelijk, maar de
botte afwijzing zat haar natuurlijk wel dwars. Na afloop van
de serie vroeg Joop van den Ende haar om naar Aalsmeer te
komen waar ze als uitvoerend producent een van de pijlers
werd onder de Joop van den Ende producties. Nu is Karin
Meurs een topdog bij StageHolding.
De ˆSterrenshow’ zat volgepakt met shownummers verdeeld
over drie pistes.
Er was een vidiwall die aangestuurd moest worden.
Het was de eerste keer dat een kraan werd ingezet.
Voor 't eerst zaten ook twee cameramensen achter een
tafeltje op afstand een camera te bedienen.
Er liep een wisselwachter rond om de kraan naar
verschillende posities te manoeuvreren.
Er waren honderden medewerkers die op tijd naar hun plek
moesten worden gedirigeerd.
Tientallen dansers moesten de trappen op naar een hoogte
van zeven meter en via een passerelle, aan de andere kant
die trappen ook weer af.
Showgirls zakten op zitjes, hangend aan lieren op 'cue' uit 't
firmament van de tent.
Precies getimed met de paardenrennen, schakelden we voor
een race naar de renbaan en dat alles live. Hans Peters bekende
later dat bij de repetities zijn angstzweet te ruiken moet zijn
geweest. Hij kon niet geloven dat het spektakel als clockwork
in elkaar zou passen.
Maar dat gebeurde wel en na afloop was hij onbeschrijfelijk
lyrisch. Ontroerd bekende hij, dat 't het mooiste was wat hij
ooit gezien had.
Daar moet dan natuurlijk wel zijn betrokkenheid als
initiatiefnemer en als producer en tekstdichter van worden
afgetrokken.
Het in elkaar zetten van een eerste show is vanzelfsprekend
tijdrovender door het ontbreken van routines en
ervaringswaarden. Daarna is het zaak om zowel voor jezelf
als voor een crew uitdagingen in te bouwen, zodat
programma's die voor een deel routine zijn, niet
routinematig worden geproduceerd.
Als dat gebeurt, dan slipt de vitaliteit en het leven als
zuurstof uit het hart van een productie.
Binnen de Vara werd 't alsmaar onrustiger. Han van Essen,
hoofd gevarieerde programma's zag de bui kennelijk al
hangen en was opgestapt.
Directeur Maurice Koopman werd als één van de
verantwoordelijken gezien voor het dreigende banca rotta
en moest vertrekken.
Na de eerste uitzending vanuit Hilversum, trok het circus
richting Utrecht voor de volgende show.
In de drie tussenliggende weken werden de berichten
alsmaar somberder.
Willem leed er onder. Logisch. Zijn kind werd bedreigd. Van
gesprekken met Vara-bestuurders werd hij niet gelukkig.
We moesten er maar vast ernstig rekening mee houden, dat
er op het budget gekort zou worden en dat het reizen met de
tent wel 's niet door zou kunnen gaan.
Willem, Marc Jansen en ik hielden regelmatig crisisberaad.
Wat als dit..? Hoe doen we als dat...?
Willem wilde er eigenlijk niks van weten. Hij was obstinaat,
recalcitrant. Hij had garanties gekregen en daar wilde hij de
omroep aan houden.
Voor de ingang van de Vara op de Heuvellaan, was een tank
gestopt. Toen 't deksel openging verscheen het hoofd van
Marcel van Dam. De sterke man, die als nieuwe voorzitter
verlosser en crisismanager was binnengehaald.
De ‘misschiens’ en ‘eventueels’ van wensdromen werden
vervangen door de rauwe werkelijkheid van budget-
beperkingen en het schrappen van het reisprogramma.
De tent werd opgebouwd in Utrecht en is er de nog volgende
afleveringen ook niet meer weggegaan.
Willem was kwaad. Z'n plezier was weg. Hij was nukkig.
De Vara had hem in zijn ogen bedrogen. Hij was ook niet
van plan om concessies te doen.
Jansen en ik probeerden de moed erin te houden.
Ik stelde voor om zelf iets te bedenken om de budgetcuts op
te vangen.
'Hoe dan'?
'Door zelf sponsoren te werven'.
'Hoe dan'?
In 1986 gingen Postgiro en RPS over in Postbank. Dat ging
gepaard met veel lawaai en getoeter in advertenties en
publicaties. Symbool van die overgang was een meer dan
manshoge kluis.
Ik stelde voor om een in eerste instantie afgewezen
kandidaat van midden 50, die zo graag opera, of operette
wilde zingen, alsnog in de show te halen en hem, in een
plexiglas kluis,'If I were a richman' uit Anatevka te laten
zingen.
Op de bodem van de kluis geen vloer, maar een rooster
waaronder een machtige ventilator het in de kluis kon laten
stormen.
Op het rooster zag ik in mijn fantasie een miljoen gulden
aan kleine coupures liggen.
Als de ventilator aan zou gaan, zou de man letterlijk in een
wolk van een miljoen gulden staan. Hij zou een kostuum
dragen dat makkelijk door de stormachtige
wind en middelpunt vliedende krachten zou
worden meegesleurd, zodat hij in zijn blote kont met
aangepaste tekst vrolijk en gelukkig zou kunnen zingen:
'If I were a rich man'...
Ya ha deedle deedle, bubba bubba deedle deedle dum…..
Willem's fantasie schakelde meteen.
'Ja, en dan laten we zo'n gepantserde geldwagen, begeleid
door motoragenten de bühne oprijden en streng bewaakt
het geld in de kluis deponeren'.
Iedereen enthousiast.
Marc Jansen ging de haalbaarheid checken bij de mannen
achter de nieuwe Postbank.
Nou, die wilden wel.
Dat was een goed begin om alle voornemens en plannen van
de serie te redden.
Kort nadat Jansen de deal rond had, troffen we elkaar in de
tent voor de eerste repetitie in Utrecht.
Willem was er al en zat in z'n camper.
'Hij doet 't niet', zei Jansen.
'Wat niet'?
'Vraag 't m zelf!'
Willem zat sacherijnig en pissig in zijn camper.
'We doen 't niet. Geen deals met sponsoren. De Vara moet
gewoon de afspraken nakomen.'
Praten hielp niet. Onwrikbare wrok tegen de Vara
blokkeerde zijn flexibiliteit in denken en handelen.
Die is de hele serie gebleven. De euforie na de eerste
uitzending was helemaal verdwenen. De sfeer was letterlijk
ijzig. Buiten vroor het en in de tent was het koud. Soms
helemaal geen verwarming. Soms een beetje. Geen klimaat
voor veel vrolijkheid.
Tijdens uitzendingen kon hij de verleiding niet weerstaan
om wat cynische opmerkingen richting de Vara te maken.
Z'n ogen die z'n boyish charmante leuke Pietje Bellige
authenticiteit karakteriseerden, lachten niet meer.
Het plezier in het performen was er uit verdwenen.
Hij deed de shows wel en in de huiskamer zal dat niet
direct waarneembaar zijn geweest, maar subliminaal werkte
het door.
Ik heb 'm wel eens gezegd dat zijn richting in de diepte lag,
naar het publiek en niet in de breedte stootjes uitdelen die
voor 't publiek onbegrijpelijk waren en tegenover de
verantwoordelijken bij de Vara ineffectief. Het deed er niet
toe. De telefoontjes tussen hem en mij werden minder
frequent. Op de wekelijkse vergaderingen bij de Vara kwam
hij regelmatig te laat en soms helemaal niet. Als hij zich al
excuseerde dan met een kutsmoes, zodat vooral duidelijk
werd dat hij de Vara niet meer serieus nam.
Dat de consequentie van die houding was, dat hij het team
ook niet meer serieus nam deerde hem niet merkbaar.
De vaste crew in de tent, de dansers en andere
medewerkers, hielden zich afzijdig. Er werd veel over de
show gepraat en geschreven en voor iedereen die er aan mee
mocht werken, was dat op zich al een feest en belevenis.
Men genoot van nieuw ontstane tradities zoals het gezamenlijk
smullen van Bossche bollen op een eerste repetitiedag.
Willem liet zich zo weinig mogelijk op de vloer zien.
Als hij zelf niet betrokken was bij een repetitie, trok hij
zich terug in z'n camper. Vaak met Jansen in z'n buurt.
Het slot
Zo tegen het einde van de serie, word ik op een namiddag
opgebeld door Jansen.
Hij klinkt serieus, verontrust en praat heel zachtjes:
'Bob, ik ben bij Willem, zou je ook hierheen willen komen?'
'Wat is er?'
'Ken jij La Valse van Ravel' ?
'Ja, dat ken ik wel'.
'Willem heeft daarop een nieuw productienummer bedacht
en 't lijkt me goed als jij daar ook even naar kijkt.'
Een productienummer op La Valse van Ravel in een show-
programma?
Sommige dingen kunnen niet. Je laat geen uitgehongerde
haai los in een vol zwembad. Je leest geen boeken van
Kluun, je maakt geen productienummer op La Valse.
Bezaaid met Strauss-citaten ontwikkelt zich een muzikale
ineenstorting. Muziek waarin de wals beestachtig wordt
gemarteld en verkracht. An der schönen blauen Donau,
wordt in een kolk van muzikale gruwel vermalen tot
Apocalyps. Eén, twee, drie, één twee drie wordt bij Ravel het
ritme van de Totentanz , de Danse Macabre .
In Laren hing geen vrolijke sfeer.
Willem's enthousiasme dat mij bijna altijd aanstekelijk
meesleepte naar het heilige vuur van willen, moeten en
kunnen, zag er onecht uit.
Ik vroeg 'm waarom 'ie uitgerekend op La Valse een
productienummer wilde doen.
Hij vertelde dat 'm dat was aangereikt in een visioen.
In een droom had hij gedetailleerd gezien hoe het moest
worden en ook op welke muziek.
Op het productieterrein in Utrecht stond dicht bij de tent
een hoge torenflat. In zijn droom stond Willem op het dak
van die flat en kon hij op magische wijze door het tentdoek
kijken en zien wat er op de 3 pistes gebeurde.
Op de linkerbühne zag hij wolken van vrolijkheid. Er werd
gedanst, gemusiceerd en gefeest. Op de rechterbühne
groeven, in zwart geklede doodgravers een graf voor een
reus.
Op de middenbühne liep een blinde man op stelten.
Als die zich bewoog in de richting van de vrolijkheid
moedigde Willem hem vanaf het dak luid en enthousiast
aan.
Maar de man op stelten zwalkte, kon geen richting houden
en bewoog zich dan weer in de richting van de doodgravers.
Willem schreeuwde vanaf het dak de longen uit zijn lijf.
"Niet doen! NIET DOEN!'
Maar de man op stelten hoorde hem niet en liep zijn noodlot
tegemoet. Hij viel in het graf en werd door de doodgravers,
snel toegedekt met zand en aarde.
Het was gruwelijk en verdrietig.
Op de linkerbühne trok men zich er niets van aan. Daar
was plezier en danste, musiceerde en feestte men gewoon door.
Willem keek me met verwachtingsvolle ogen aan.
'En...?'
't Bleef even stil.
'Prachtig Willem'!
'Schitterend! Een waanzinnige scène voor een film van
Fellini, maar totaal ongeschikt voor een luchtig amusement-
programma. 't Publiek zal totaal in verwarring raken, geen
idee hebben waar 't om gaat en het nummer zal z'n doel
totaal voorbij schieten. Dit moeten we niet doen'!
'Ja, dat zei ik ook al', zei Marc Jansen.
In Willem's perceptie snapten wij er ook al niks meer van.
Het visioen, de droom. Dat had een reden, dit moest
gemaakt worden.
Ik zag een evangelist met een sacrale boodschap wanhopig
proberen zijn naasten te overtuigen van zijn geloof.
Willem kon sowieso moeilijk omgaan met kritiek. Dat
maakte 't evalueren van de show en van zijn performances
lastig en wat Willem betreft ongewenst.
We hielden voet bij stuk en het productienummer is er niet
gekomen.
Toen ik daar in Keulen op het Hauptbahnhof het bericht las
en de eerste schok een beetje had verwerkt, zag ik allerlei
mooie en dierbare herinneringen en...dacht ik ook terug aan
de confrontatie met zijn droom:
Willem de ziener die van bovenaf zag hoe alles in het
honderd liep. Zijn artistieke alter ego die blind op stelten
boven iedereen uittorende maar voor zichzelf geen richting
meer vond tussen het feest van de showman en de val in het