Rijk (4)

In de maanden dat we in Hamburg repeteerden en opnamen

ging ik tussendoor een paar keer naar München voor de

afwerking van een show rond Esther Ofarim.

      Het programma was gedraaid op 35mm film en deed een

      zwaar beroep op de cinematografische effectmogelijkheden

      van de Bavaria Ateliers.

      Toen ik weer een keer richting München moest bood Rijk aan

      om mij naar het vliegveld te brengen en twee dagen later

      weer op te halen.

      ‘Nou, graag’!

      Bij terugkomst wacht hij me bij het vliegveld op. Hij brengt me

      naar mijn appartement en nodigt me  uit voor een etentje.    

      Opmerkelijk omdat Rijk niet bekend staat als een ‘spender’.

      Sigaretten kocht hij bijna nooit. Hij bietste er liever één bij een

      ander. Meestal had hij ook geen geld op zak of had hij een andere

      smoes als er iets betaald moest worden.

      Maar vanavond is hij zeer royaal. Rijk laat de auto staan en we

      nemen een taxi naar Café de Paris. Lekker eten, gezellig

      babbelen, fijne avond.

      Als we de maaltijd met een koffie en een ‘Eau de Vie’ hebben

      afgesloten, zegt hij dat hij nog een verrassing heeft.

      We stappen in een taxi en Rijk zegt tegen de chauffeur:

      ‘Salambo’.

      ‘Salambo? Wat is dat?’

      ‘Verrassing, wacht maar af’.

      De taxi rijdt richting Reeperbahn en draait daar een zijstraat

      in die in tegenstelling tot de benauwde ruimte tussen de

      gevels, ‘Die große Freiheit’ heet.

      Ik kende ‘Die große Freiheit’ wel. Was er wel eens eerder

      geweest. Het is het erotische uitgaanscentrum van Hamburg.

      Een soort Wallen en net zo toeristisch.

      Café’s, nachtclubs, striptenten, staan daar zij aan zij te

      dringen om ’t publiek naar binnen te lokken.

‘Salambo’ kende ik niet maar dat ging veranderen.

Rijk was kennelijk een bekende klant want de doorman

begroette hem met: ‘Ah..guten Abend, schön das Sie wieder

da sind...!’

Nee, Rijk was duidelijk geen vreemde.

Het was nog redelijk vroeg in de avond. Zo tussen tien en

half elf. Binnen zag het eruit als de klassieke nachtclub.

Een kleine theaterbühne, gedempt licht en tafeltjes met

stoelen op verschillende hoogtes, zodat goed zicht voor de

toeschouwer op het toneeltje, gewaarborgd is.

Een geblokte man brengt ons naar een tafeltje.

Even later verschijnt een schaars gekleed meisje. Ze kijkt

naar Rijk, begroet hem als een oude bekende en vraagt:

‘wie immer..?’

‘Ja bitte, Brigitte’, zegt Rijk.

Hij geeft haar een glimlach van oor tot oor en draait zich dan

met een lach die nog alle kanten uit kan, naar mij.

‘Half flesje Johnny Walker’, zegt hij.

‘Oh’.

Het is zeker nog niet vol. ’t Publiek bestaat vrijwel uitsluitend

uit mannen. Voor mij rechts zitten, in maatpak gegoten, vier

kerels met een Arabisch uiterlijk. Alle vier kunnen ze wel een

diëetje gebruiken, maar één ervan heeft een extreem dikke

nek.

Fascinerend om te zien.

Het schaars geklede meisje komt terug met een half flesje

Johnny Walker red label, ’n emmertje ijs en sodawater.

Terwijl ze ons inschenkt en vraagt of we ijs en soda willen,

kijkt Rijk prinsheerlijk rond. Hij heeft een binnenpretje en

lijkt niet van plan om mij erin te betrekken.

We proosten, nemen een slokje en dan is het tijd voor de

eerste voorstelling.

Lichten gaan uit, ’t gordijn gaat open en de show begint.

‘k Voel dat Rijk meer op mij zit te letten, dan op de bühne.

Op het toneel ontwikkelt zich een simpele striptease. Maar

waar doorgaans de strip ophoudt als de kwastjes op de

tepels onder de bh vandaan komen, gaat deze strip verder.

Onder de bh geen kwastjes of opgeplakte tepelbedekking, nee

gewoon echte naakte borsten, echte tepels en areola’s. Dat

klinkt nu heel braaf, maar voor die tijd (1970) ging dat

erg ver. ’t Bleek uiteindelijk ten opzichte van wat nog ging

komen, onschuldiger dan moedermelk voor ’t lammetje.

Ook het slipje ging uit en nadat ’t met een zwierige zwaai

haar schaamstreek had verlaten, sloot ze haar optreden af

met een heftige masturbatie, waarbij ze overtuigend de

indruk wekte van een orgasme.

Rijk had gevolgd hoe ik naar de scène keek en of ik wellicht

opgewonden raakte, of geshockeerd was.

Dat was ik niet. In de ambiance van een nachtclub, met om

mij heen bijna uitsluitend mannen die zich aan een vrouw

vergapen, vond ik ’t niet erg opwindend. Veel spannender

was de productie van straaltjes transpiratievocht in de vette

nek van de man rechts voor mij.

‘En’,? vroeg Rijk met een stralend gezicht.

Maar voor ik iets kon zeggen barste er een orgie los van

sketches waarbij de masturbatie-scène van zo-even niet veel

meer was dan een middagdutje in het bejaardenhuis.

Er werden toneelstukjes opgevoerd in allerlei combinaties

van aantrekkelijke dames en gespierde heren, die er

uiteindelijk allemaal op uitdraaiden, dat in allerlei posities

en standen, open en bloot de daad werd verricht.

Met z’n tweeën, met z’n drieën, met z’n vieren... en ga zo

maar door. Tegenwoordig schijnen dat soort voorstellingen

normaal te zijn, maar Salambo was de eerste in de wereld die

het aandurfde. En om daar met een glaasje bij te zitten en

naar te kijken vond ik wel een beetje gênant.

Toen de eerste voorstelling voorbij was en de dampen rond

de toekijkende heren wat optrokken, zei Rijk: ‘nou, heb je

haar herkend”?

‘Wie herkend’?

‘Gaby’!

‘Wie is Gaby’!

Gaby! Je hebt haar zelf uitgezocht’!

‘Hûh!?’

Ja, als lekkere meid voor de sketch’.

’t kwartje viel.

Voor de opname, een week eerder, had ik bij een

modellenbureau een verleidelijke jonge vrouw uitgezocht, om

te figureren in een sketch.

Ze was erg attractief en ik herinnerde mij, dat ik Rijk met

haar in gesprek had gezien.

Oh die Gaby”!

‘Ja! Ze vertelde, dat ze hier werkte en dat ik maar ’s moest

komen kijken. Nou dat heb ik gedaan en na afloop van de

show ben ik wat met ‘r gaan drinken. Hoe vond je haar?’

‘Overtuigend! Wat gaat er nu gebeuren’?

Hij legde uit dat er nu een pauze was van een kwartiertje,

20 minuten en dat dan de volgende show zou komen.

Wat voor een show’?

Nou, eigenlijk zo’n beetje dezelfde show.’

’t Flesje Johnny Walker was bijna leeg, mijn glas ook en ik

vroeg Rijk of hij die show ook wilde gaan zien.

“Ja, en dan na afloop ga ‘k met Gaby nog wat drinken’.

Ik vroeg of hij ’t erg zou vinden als ik dan vast vertrok.

Hard en laat gewerkt in München, ‘k was een beetje gaar en

wilde wel naar mijn bedje.

Rijk begreep het. Hij bestelde nog een half flesje Red Label en

ik vertrok.

        Ik lig diep in slaap als om 4 uur ’s nachts de telefoon gaat.

       ‘Hauptwache der Polizei, Reeperbahn. Hier ist

        ein Herr der behauptet er sei einen Schauspieler aus

        Holland mit dem Namen de Gooyer’.

        Ik schrik.

        Was er iets gebeurd?

        Ja, er was wel iets gebeurd. De man die beweerde een acteur

        te zijn uit Holland had om een uur of twee ’s nachts

        geprobeerd in te breken in een politieauto die geparkeerd

        stond op ‘die Große Freiheit’. Toen dat niet lukte heeft hij uit

        balorigheid of woede staan rukken en trekken aan de

       Mercedes-ster voor op de grill. De agenten die terugkwamen

        van een akkefietje elders zagen hem bezig en hebben hem

        meteen ingerekend.

        Ik vroeg of ik Rijk even kon spreken.

        Nou dat kon.

       ‘Wat is er gebeurd’?

        Bij Salambo hadden ze hem de tent uit geflikkerd.

        “Waarom’?

        Rijk wilde niet op Gaby wachten tot na de laatste voorstelling.

        Toen het naar zijn zin, lang genoeg geduurd had was hij naar

        achter gegaan en had tegen haar gezegd, dat ze nu wel klaar

        was en met hem nog iets leuks kon gaan doen.

        Maar Gaby was helemaal nog niet klaar. Begon er misschien

        net lekker in te komen en zei tegen Rijk dat ze pas meekon

        na de laatste voorstelling. Daar had Rijk stennis over

        gemaakt en tenslotte was hij door een paar stevige jongens

        buiten de deur gezet.

        Hij had de pest in. Vroeg nog of ze een taxi voor hem wilden

        bellen. Maar dat deden ze niet.

        Maar God was hem genadig geweest en had hem een

        reddingsboei in de vorm van een groene Mercedes van de

        politie toegeworpen. Die ‘jongens’ beschikken over een

        mobilofoon en zouden probleemloos een taxi voor hem

        kunnen bestellen.

        Maar helaas was de auto op slot en nergens een agent te

        bekennen.

        ‘Als je ze nodig hebt, zie je die lullen nooit.’ zei hij nog even.

        Toen had hij zijn woede gebruikt om de degelijkheid van een

        Duitse politieauto te testen.

        Rijk gaf de telefoon terug aan de agent.

       ‘Was nun?’

        ‘k Moest een adres opgeven en bereidheid tonen borg te

        zullen staan, voor ’t geval ze de schade niet zouden kunnen

        verhalen. Voor Herr de Gooyer zouden ze een taxi bellen en

        hem thuis af laten zetten.

        ‘Nou kan ’t ineens wel’, hoorde ik Rijk nog roepen.

        ‘k Ging weer naar bed en droomde van dikke zwetende

         nekken.

Bob Rooyens

2.11.2011