Als ik in Elst, zo in de loop van de ochtend, de boerderij van

Leen en Mies binnenstapte, klonk door de lange gang van het

voorhuis naar het achterhuis, met enige regelmaat een stuk  

uit de ‘Immortal Concerts’ van The Modern Jazz Quartet.

In 1960 live opgenomen tijdens een tour door Scandinavië.

Muziek, die ook in de wat ballad-achtige stukken ervoor

zorgde, dat je overal zin in kreeg. ‘Feelgood’ muziek waarbij  

Leen weliswaar nog net niet met z’n vingers knipte noch met

z’n hoofd ritmisch meebewoog, maar wel met een schaduw

van een glimlach rond z’n mond zei: ‘Lekker hè’!

Voor Mies was het niet anders. Lekkere ochtendmuziek waar

je vrolijk van werd.

‘k Heb wel ’s tegen ‘m gezegd, zal ik ’s wat andere stukken

van het Modern Jazz Quartet voor je meenemen.

Nou, dat mocht wel, maar ’t hoefde niet.

Dit was lekkere muziek. Meer was eigenlijk niet nodig.

Als een grapje, een plaagstootje, althans dat dacht ik zei hij

jaren geleden al ‘s: ‘dit is de muziek die ook gedraaid moet

worden als ik dood ben en jij moet dan spreken.’

‘Ja hoor Leen, prima, daar hebben we ’t nog wel ’s over’.

Wat jaren geleden een losse opmerking leek, is nu ineens

werkelijkheid geworden...

Donderdag 7 november 2013 namen we in Leusden afscheid

van Leen Timp.

Met z’n zoon Joost, had hij nog eens nadrukkelijk de ‘do’s

and don’ts' van de uitvaartdienst doorgenomen.

In een ontroerende inleiding vertelde Joost welke regie-

instructies hij gekregen had:

‘Vanaf het begin van de dienst zet je de ‘Immortal Concerts’

op en verder wil ik maar 2 sprekers: Bob en Maarten (van

Rossem).

‘Maar als ze spreken’, zei Joost, ‘wat doe ik dan met de muziek’?

‘Nou die zet je dan gewoon een beetje zachter’!

....en zo is het gegaan.

Leen had eigenlijk alles in de hand, behalve Mies.

Voorafgaand aan de dienst sprak ik haar en toen wist ze

niet of ze door het verdriet en de pijn in staat zou zijn om

zelf ook nog iets te zeggen.

Dat deed ze wel.

Moedig en aangrijpend nam ze afscheid van haar grote,

grote liefde. Woorden die iedereen begreep en raakten, sloot

ze af met de oproep voor een applaus, voor de man waar

ze zo onnoemelijk veel van hield.

Dat kwam er.

Een lange, terechte, diep gemeende, staande ovatie!

Tekst zoals uitgesproken bij

het afscheid van Leen op

7 november 2013 in de aula

van Crematorium Amersfoort.

Dit is geen naschrift, maar een bijschrift,  

zoals er vele, nog vele zullen zijn en komen om iets compleet te

maken dat compleet is zoals het was.

Het is dinsdag 29 oktober, zo rond een uur of negen ’s avonds,

als de telefoon gaat. Het is Mies.

Stoer zoals ze is, tranen en verdriet nauwelijks hoorbaar

verdrukkend.

 ‘Bob, ‘t is een aflopende zaak’.

Stilte....

‘Kan ik ‘m nog zien, spreken...?’

‘Nee, dat denk ik niet’.

Jezus Leen, wat jammer.

Mies zei, dat je wilde dat ik iets zou zeggen na je overlijden.

Ze zei ook: ‘hij is nog hardstikkehelder en wil wel graag

vooraf nog even de tekst lezen.

Dus wil je zo lief zijn en iets opsturen.....?’

‘k Heb ‘t daar moeilijk mee.

Maar ja, jij bent de regisseur, ook nu, op dit moment en we

houden er beide van dat de aanwijzingen van de regisseur

worden opgevolgd, dus..... hierbij iets, dat met de gedachte

aan jou nu in mij opkomt....:

Ik ben je fan, vanaf het moment dat ik nog op school zat en

mijn neus tegen de etalageruit van de radio- en televisiezaak

drukte om me te vergapen aan het nieuwe wonder.

Ademloos keek ik naar een live ballet, tegen het decor van

een echte Noordzee, met een echte dreigende wolkenlucht,

van waarachter de zon met een wilde, toevallige

penseelstreek dansers van het Ballet der Lage Landen in alle

tinten grijs kleurde.

Prachtig! Gedurfd! Gewaagd!

Een situatie waarbij alles mis kan gaan.

Maar je lef werd beloond. ‘t Ging niet mis, het was

onvergetelijk mooi en maakte op mij een diepe indruk.

Live uitgezonden natuurlijk!

.....en weg natuurlijk.

Zoals zoveel van het avontuurlijke, niet door wetten en eisen

gedicteerde werk van jou, uit de periode waarin televisie als

programmatelevisie nog moest worden uitgevonden, is

verdwenen.

Jaren later snuffel ik bij boekhandel Foyles in Londen over

de afdeling televisie en film. Daar krijg ik een boek in handen

met de titel: ‘Television by Design’ van Richard Levinen en

verdomd... op pagina 176 staat een foto van jouw ballet aan

zee.

Ik was verrast en verguld.

Boek meteen gekocht.

Bij alle andere voorbeelden in het boek, stond uiteraard

netjes de naam vermeld van de designer.

Niet bij jou.

Natuurlijk was je naast de producer en regisseur ook de

designer.

De designer van het weglaten en van het overlaten. Van het

niets en het natuurlijke. Je schiep de natuur niet, maar

durfde wel de keuze aan van de grilligheid.

....en bij dit ballet, werkte je als designer samen, met

uiteindelijk niemand minder dan de Schepper zelf.

  

Ik richtte me rechtstreeks tot jou Leen, omdat het bizarre is

dat jij dit ook leest, of krijgt voorgelezen door Mies.

Omdat je wat ik hierna ga zeggen allang weet, richt ik mij nu

maar rechtstreeks tot hen die gekomen zijn om jou de laatste

eer te bewijzen.

Leen is de kunstenaar van het weglaten.

Voor velen is de uitdrukking: ‘Less is more” een dekmantel

voor een beperkt talent.

Bij Leen is ‘t een directe route naar de kern.

Leen was visionair en idealist.

Visionair in de vorm.

Idealist op de inhoud.

Het nieuwe medium televisie was niet alleen een doorgeefluik,

maar ook een kunstvorm en een instrument om het bestaan te

verrijken.

Tussen 1959 en begin jaren 70, zag televisiekijkend

Nederland de perfecte, creatieve synthese tussen de visionair

en de idealist.

Leen vond in Pierre Janssen de ideale boodschapper, om in

een sobere minimalistische vormgeving van zowel beeld als

muziek, de kijker te overrompelen en te verleiden om naar

kunst te kijken en er van te genieten.

Met als aanleiding die serie, ontving hij in 1961, de eerste

Nipkow schijf.

Leen is daarmee stamhouder van een prijs die door de jaren

heen, tot doel heeft uitzonderlijke kwaliteit te belonen.

Dat hij aan het begin van die lijst prijkt is een passende plek

voor de ware pionier.

Wat mij betreft had hij de schijf voor z’n documentaire werk

en z’n baanbrekende televisiewerk in het algemeen nog wel

een paar keer mogen krijgen.

Wat ik in Leen erg bewonderde en waar ik ook veel plezier

aan beleefde, is zijn scherpzinnigheid en tegendraadse

analyse.

Ideeën, of argumenten die in een discussie als de waarheid,

in een comfortabel bedje leken te liggen, werden door hem,

vanuit een verrassende invalshoek beetgepakt en nog eens

flink opgeschud.

Het eerst zo vanzelfsprekende gelijk, bleek dan vaak niet

meer dan gebabbel op het slappe koord. Standpunten

graaiden naar bevestiging in een luchtledig, waarna Leen’s

analyse uiteindelijk door iedereen werd omarmd.

Grappig proces om te zien, maar tegelijk ongelooflijk

scherpzinnig en briljant.

Leen is de kunstenaar van het weglaten.

Ook vond hij het niet zo nodig dat er aandacht werd

geschonken aan zijn eigen werk als beeldend kunstenaar.

Toch hebben de jaren dat hij aan de Haagsche

Kunstacademie heeft gestudeerd werk opgeleverd dat gezien

mag worden.

Herman Krikhaar heeft in z’n toenmalige galerie aan het Spui,

na lang aandringen, zijn werk geëxposeerd

Volgens mij waren dat overwegend doeken van mannen, die

rond hun edele delen wasbakjes torsten, met verwrongen

pijpen en kranen.

Eigenlijk de plek waarop je dat zou kunnen verwachten bij

Francis Bacon, maar die doopte zijn penselen in de

verwrongen pijn van het hele mensbeeld.

Leen’s kunst, loodgieterde met idee en kwast rond de

genitaliën.

Waarom hij dat deed wist ‘ie niet. Later had hij daar wel een

verklaring voor, maar die moest onder ons blijven, dus daar

kan ik verder ook niks over zeggen.

Krikhaar had de doeken trouwens heel snel verkocht.

Voor velen reden om meteen aan nieuw werk te beginnen.

Niet voor Leen.

Hij was er kennelijk klaar mee, want ik heb behalve geestige

en prachtige computertekeningen, nooit meer een geschilderd

vervolg gezien op de serie wastafels.

computertekeningen_cartoons

VIPS

VERGADERING VAN NETMANAGERS

HIEP HIEP...

VISITE

ZELFPORTRET

Een tijdje geleden vertelde ik hem over een

tentoonstelling die ik gezien had in het Haags

Gemeentemuseum. Ik noemde onder andere het werk

van de Friese schilder Sjoerd de Vries. Van hem

had ik een schilderij gezien, dat in lagen was opgebouwd,

zodanig dat er een soort 3D-effect was ontstaan.

Een tijdje later stuurde Leen me een tekening waarop een

wat volumineuze naakte man, voor een wastafel staat.

Inderdaad, weer een wastafel. De man kijkt achterom.

Zijn spiegelbeeld is niet afgedraaid, maar kijkt met hem

mee.

De afbeelding is getekend op transparant papier.

Daaroverheen liggen in laagjes, in een hele precieze lay-out,

stevige benen en sterke armen.

3D had hij erbij gezet.

Symboliek met een glimlach.

Ik vind het prachtig!

Het heeft een bijzonder plekje in mijn huis zoals Leen zolang

ik leef, een bijzondere plek zal hebben in mijn hart.


Bob Rooyens

9 november 2013