DE MOL!

RTL-LateNight zong afgelopen vrijdag  

een hymne voor de familie de Mol!

Terecht natuurlijk. Het zijn uithangborden van

creatief ondernemerschap, lef, talent en zowel  

nationaal als internationaal succes.  

Nou heeft zowel macht (Fulbright: De arrogantie

van de macht) …als succes, de nijging om zich te

ontwikkelen in de richting van een Stalinistisch

voetstuk.  

Niet altijd, omdat de protagonisten zichzelf  zijn

gaan zien als centrum van het universum, (dat

natuurlijk ook wel) maar vooral omdat zich in hun

nabijheid de morele yes-man' ophoudt.

Mannen en vrouwen die niet nalaten om met een

handvol veren, prijzende taal  en natte tong, uit te

venten hoe briljant ze iemand vinden.  

Laffe schijtlaarzen natuurlijk die de ruimte voor een

kritische toon vernauwen, tot het opgebrande pitje  

an een stervend waxinelichtje.

Je toe-eigenen of je laten toe-eigenen van andermans

talenten is een proces waar niet veel grootheden aan

lijken te ontkomen.

Biografieën  (die bij voorkeur onder eigen regie

geschreven worden)  neigen al snel tot een hagiografie.

Ik ken John vanaf het begin van zijn zelfstandige

optreden als producent. Een aantal van de muziek-

specials die hij via platenmaatschappijen en

sponsoring wist te financieren, heb ik voor hem

omgezet tot programma. Na het debacle van TV10,

heb ik de eerste twee jaar, ongeveer alles wat met show  

en spel te maken had voor hem geregisseerd,  mede vorm

gegeven en nog wel iets meer dan dat.

De handige, economische manier om bijvoorbeeld

‘LoveLetters’ zowel voor Nederland als voor  Duitsland

in Hilversum, achter elkaar op te nemen, kwam van mij.

Het idee had ik eerder al besproken met Hannes Hoff

(chef drama und unterhaltung) bij de WDR en Joop van

den Ende in relatie tot de ‘Way of Life’ programma’s.

In zijn ambitie om de rijkste man op aarde te  worden,

gunt John zichzelf alles en anderen, die als vazal zich

koesteren in de schaduw van de zonnegod, een fooitje.

Maar daarover wellicht een andere keer meer.

Dierenbingo:

Loveletters:

100 Duizend Show:  (later postcode loterijShow)

Doet 'ie het:

Schouten City:

Het was hoe dan ook een periode waarover  meer te vertellen

valt dan het 'In dulci jubilo'  dat overwegend wordt

afgescheiden door de monden van de slippendragers.

Geen misverstand.  

Voor de uitzonderlijke prestaties van John en  Linda, licht ik

joyous mijn imaginaire hoed.  

Waar echter de hand gelicht wordt met de geschiedenis is een

correctie op zijn plaats.

Afgelopen vrijdag luisterde ik met stijgende  verbazing en ook

wel geamuseerd naar de exegese van Tony Berk over het concert

van John Denver uit de Jaap Edenhal.

Berk, een man met grote kwaliteiten en verdiensten….  

(Terzijde: Ooit is het hem gelukt om op mijn verzoek alle toegangswegen naar Gstaad (Zwitserland te blokkeren, omdat ik  

voor een opname met Toon Hermans en (allicht!) een fanfare,

dat nou eenmaal nodig had.)

Toon in Gstaad

      …ok, die Tony Berk dus, bevestigde de nijging om met  

      het wierookvat vol Halleluja's en Loof den Heer in de  

      richting van John te wapperen.

      Nergens voor nodig natuurlijk. John zou groot genoeg

      moeten zijn, om te kunnen dealen met de werkelijkheid.

      Maar John zei niks en hoorde de lofzang met een

      zachte glimlach aan.

      Nou de feiten:

      Denver werd naar Nederland gehaald door  

      concertpromotor  Lou van Rees . Lou bood Denver

      aan voor een televisieopname. Via Gerrit den Braber

      bood John het concert aan bij de Avro.  

      Gerrit vroeg mij om het te regisseren.

      Lou had een vliegtuigje gecharterd waarmee we

      met een groepje naar Londen vlogen.

      In Wembley had de BBC verrassend genoeg,

      voor mij een camper ingericht. Van het gezelschap

      was ik de enige die ze daar kenden van zowel mijn  

      inzendingen naar internationale TV-festivals, alsook  

      van de BBC-serie 'Aquarius'.  

      Een serie over nieuwe televisie, waarin recent 4  

      programma's die ik voor de WDR gemaakt had,  

      waren uitgezonden.

        In de Jaap Edenhal, werd gewerkt met een 'ryder'

        van 40 pagina's, waarin stond wat wel en wat niet

        mocht. O.a. werd geëist, dat er 8 handdoeken van  

        een bepaalde stof, kleur en lengte in de kleedkamer

        van Denver moesten liggen en dat er altijd een  

        ping-pong tafel beschikbaar zou zijn.  

        Verder waren camera's die het zicht van het publiek  

        op de performance zouden kunnen hinderen verboden.

        Omdat ik niet alles op (beeld-benauwende) lange

        lenzen wilde fotograferen, ben ik met John Denver  

        een potje gaan tafeltennissen.  

        Dat was nog niet zo eenvoudig, omdat zijn management    

        (hetzelfde destijds als dat van Frank Sinatra)  hem  

        isoleerde van de buitenwereld.  

        Behalve voor Lou van Rees en voor mij als regisseur  

        was er voor zover ik weet nauwelijks doorkomen aan.

        Tijdens het wedstrijdje, probeerde ik hem te verleiden  

        tot een wat minder restrictieve houding.

        Mijn alternatief was twee handcamera's op de eerste

        rij van de zaal.

        Hij won het potje pingpong, ik kreeg mijn camera's tussen  

        het publiek.

        Berk, de schat, wilde ons doen geloven dat zowel productie,  

        organisatie en regie in handen was van John.

        Dat zal in veel gevallen wel zo zijn, maar toen niet.  

        John was aardig, bescheiden en keek rond als  

        Alice in Wonderland.

        Dat er überhaupt iets van die show te zien was, komt  

        door het feit, dat ik als enige nog een  VCR-opname

        daarvan had. Een paar jaar geleden liet een medewerker

        van Beeld & Geluid mij weten, dat John Denver's

        Amerikaanse management aan een internationale

        DVD-box werkte met J.D.'s erfgoed.

        Daar wilden ze graag de Amsterdam-show aan

        toevoegen.  

        De show bleek nergens meer te vinden.

        Ten einde raad belde B&G mij op met de vraag of ik

        er nog iets van had.  

        Na enig zoekwerk vond ik een oude VCR-cassette.

        De kwaliteit daarvan was dermate slecht, dat ik weigerde

        om die af te geven.  

        B&G zei dat er mogelijkheden waren om de kwaliteit

        serieus te verbeteren en bood aan om de cassette om te zetten  

        naar een digitale file met een aanzienlijk hogere kwaliteit.

        Mochten de Amerikanen daar enthousiast van worden,

        dan wilde B&G heel graag participeren in een eventuele deal.

        Ik heb mijn VCR afgegeven met de afspraak, dat het

        enige doel zou zijn, een zichtkopie voor de Amerikanen.

        Na de uitzending bij RTL-LateNight, blijkt dat

        zonder mijn toestemming de show is opgenomen in de  

        archieven van B&G en dat ‘iedereen‘ er kennelijk

        zonder enige ruggenspraak over kan beschikken.

        Schandalig.

        Beeld & Geluid is een instituut zonder geheugen.

        Men verzint daar een eigen geschiedenis en print  

        dat in boekjes, die door iemand met de voornaam

        doctorandus worden gelegitimeerd.

        Cowboys, die er maar een beetje op los rotzooien.

        Zie mijn eerdere columns over een instituut dat

        meer bezig is met zichzelf en de verkoop van Teletubbies

        in de shop, dan met het doel waarvoor het is opgericht.

        Outtro:

        Vandaag was de uitreiking van de Reiss-microfoon

        en Nipkowschijf.

        Van de Reiss-microfoon weet ik niks, maar na het

        beluisteren van excerpts van de genomineerde  

        radioprogramma's vond ik de keuze voor een man

        met een prikkelend, eigenzinnig geluid wel de juiste.

        Bij de keuze voor de Nipkowschijf vond ik het bizar,

        dat ‘Lubach’ een aanmoedigingsprijs kreeg en het

        ‘Sinterklaasjournaal’, serieus in competitie was.

        Dat de winnaar van de 3 genomineerden,

        ‘Onze man in Teheran’ werd, was zeer terecht.

       Roel van Broekhoven en Thomas Erdbrink hebben

        Iran van binnenuit laten zien. Al onze preoccupatie

        met een verderfelijk regiem, werd teruggebracht tot

        proporties van de menselijke maat.

        Bravo!!

Nu ik toch de handjes tegen elkaar sla, trommel

ik ook een applaus op dit venster voor de terugtredende

Henk van Gelder.  

Nipkow lag veel en vaak aan de beademing,  

Dat de schijf (en uiteraard de Reiss microfoon) nog in  

leven zijn is voornamelijk zijn verdienste.

Naar ik begrepen heb is hij daarbij van harte ondersteund

door Willem Pekelder en Sjak Jansen.

Sponsoring rond de Nipkowschijf lijkt een chronische

ziekte.

In 1969, toen ik zelf de Nipkowschijf uit handen van

Nico Scheepmaker ontving, mocht ik die alleen maar even

vasthouden voor het plaatje. Wegens gebrek aan financiële  

middelen, was de schijf geleend van Mies Bouwman en ging

hij vanzelfsprekend, na het kiekje, naar haar terug.  

Dankzij Henk van Gelder, heeft die situatie zich (bij mijn

weten) nooit meer voorgedaan.

Bob Rooyens 10.6.'15